Scoren op de padelbaan: ex-internationals live in actie

Grootste padeltoernooi

Het belooft van 11 tot en met 15 oktober een groot spektakel te worden in AFAS Live. Hier kun je namelijk niet alleen deze voetballegendes aanschouwen, maar ook de beste padelspelers ter wereld! De WPT Decathlon Amsterdam Open staat niet voor niets bekend als het grootste padeltoernooi op de internationale kalender. En wil je graag de Nederlanders supporten? Steffie Weterings en Marcella Koek vormen het Nederlandse nummer 1-dameskoppel en Bram Meijer en Sten Richters zijn de nummers 1 bij de heren. Zij ontvingen allemaal een wildcard en komen op 11 oktober, tijdens de eerste toernooidag, in actie. Al hopen we natuurlijk dat ze meer dagen live te aanschouwen zijn.

Padel is ook enorm populair onder de voetballers. Arjen Robben is vaak op de padelbaan te vinden en is hier net zo fanatiek als tijdens zijn voetbalcarrière. Feyenoord-trainer Arne Slot wilde maar al te graag een padelbaan op trainingscomplex 1908 en Robin van Persie kan ook immens genieten van een potje padel. Hier kwamen wij tijdens een interview voor onze ISSUE 73 achter. De spits vertelde maar al te graag over zijn passie voor padel!

Je speelt bijna elke week padel. Waarom juist die sport?

Robin van Persie: ‘Ik vind padel fantastisch. Het is een mix tussen squash en tennis, makkelijk te leren voor iedereen. Kijk, een padel racket is makkelijk te sturen, bij elke beweging heb je snel een connectie met de bal. Squash en tennis zijn moeilijker. En iedereen heeft het gevoel dat hij na vijf minuten kan padellen, omdat het begin zo makkelijk is. Daarna ga je je pas verdiepen in het spel en ontdek je dat het gecompliceerder wordt, waar voor mij juist de uitdaging ligt. Een van de cruciale onderdelen is dat je de glaswand moet leren kennen en bespelen. Je verbrandt heel veel calorieën en het is een sociale sport, want je doet het altijd met z’n vieren.’

Dus je speelt heel relaxed, minder fanatiek dan in je carrière?

Robin schudt heftig zijn hoofd. ‘Ik ga nog steeds voor elke bal. Wij heten ook niet voor niets Team Never Give Up. Als een van ons twee denkt dat hij de bal niet meer kan halen en er niet meer voor gaat, stoppen we. We zijn echt héél fanatiek.’