SUBSCRIBE TO OUR NEWSLETTER

Do you want to stay updated on the latest news on football, fashion and lifestyle?

SUBSCRIBE NOW!
Menu

Peter Bosz: ”Ik hang geen lulverhalen op”

Lang leek hij de ideale kandidaat te zijn om Alfred Schreuder en John Heitinga op te volgen en daarmee terug te keren bij Ajax, maar Peter Bosz tekent een contract in Eindhoven om de plotseling vertrokken Ruud van Nistelrooij op te volgen bij PSV. Inmiddels geldt Bosz als één van de meest ervaren coaches binnen het Nederlandse trainersgilde. Bosz beschikt over een bak aan ervaring in zowel binnen- als buitenland met clubs als Borussia Dortmund, Ajax, Olympique Lyonnais, Bayer Leverkusen en Vitesse op zijn palmares. Echter maken wij een sprong in de tijd: Peter Bosz staat nog maar aan het begin van zijn trainerscarrière. De oefenmeester heeft Heracles Almelo achter zich gelaten en staat, net als nu bij PSV, voor een nieuwe uitdaging bij Vitesse. Wij van Life After Football ontmoeten Bosz in zijn favoriete Griekse restaurant in Almelo, waar hij ons vertelt over zijn werkwijze, zijn ongekende fanatisme en zijn voorbeelden binnen het trainersvak.

Peter Bosz

De inmiddels gerenommeerde trainer vertelt dat hij na zijn loopbaan als speler, in 1999, het liefst twee seizoenen even niks wilde doen. ”Ik wilde eerst uitgebreid genieten van het leven.” Bosz dacht aan golfen en motorrijden. ”Prachtig is dat”, begint de geboren Apeldoorner. ”Met dat in mijn achterhoofd, plus de Harley Davidson die ik inmiddels had aangeschaft, wilde ik graag even twee jaar een sabbatical nemen. Alleen, het kwam er niet van.” Want Bosz is pas net gestopt als speler of hij krijgt een dubbele functie als hoofdtrainer/technisch directeur bij AGOVV aangeboden. ”De club wilde mij graag als trainer, het liefst zo snel mogelijk. De vraag overviel me totaal. Ik was er totaal niet mee bezig. Ja, ik wist dat ik trainer wilde worden. Dat wist ik al op mijn twaalfde. Maar nu al, zonder enige ervaring, dat vond ik te vroeg. Bovendien wilde ik leuke dingen doen. Dingen waar ik als voetballer niet aan toe was gekomen.” Toch koos Bosz, al was het eerder dan gepland, voor het avontuur bij AGOVV.

Dat je uiteindelijk voor het trainersvak koos, dat was geen verrassing hè? 

”Nee. Wat ik al zei: als kind wist ik al dat ik trainer zou worden. Ik koos niet voor niets voor het CIOS in Arnhem. Dat zat er echt al vroeg in. Zo schreef ik als speler al alle trainingen uit. Cijfertjesfreak als ik ben, pakte ik elke dag mijn schrift en schreef ik op hoe lang de duurlopen of sprints waren. Of welke krachtoefeningen we deden. Omdat ik dat al die jaren heb gedaan, kon ik op die manier van elke trainer wat meenemen.”

Aan welke trainer heb je het meest gehad?

”Dat is lastig aan te geven, al vond ik Wim Jansen wel de beste die ik had. Van hem heb ik veel geleerd. Net als van Dick Advocaat die heel gestructureerd werkt. Maar ik heb van iedereen wel wat opgestoken. Niet alleen de goede dingen, ook de slechte. Van Willem van Hanegem heb ik geleerd hoe het niet moet. Hoe hij omging met de groep bijvoorbeeld… Dat zijn allemaal dingen die je meeneemt, al vind ik wel dat je nooit een trainer moet kopiëren. Bij Oranje was de autoritaire Rinus Michels mijn trainer, maar ik dacht nooit: zó wil ik worden. Dat moet je ook niet willen. Je moet juist heel dicht bij jezelf blijven. Dat is het allerbeste.”

Peter Bosz
Peter Bosz

Wat typeert de trainer Peter Bosz?

”Ik hang geen lulverhalen op. Bovendien ben ik eerlijk, werk ik veel in teamverband en wil ik mezelf blijven doorontwikkelen. Vandaar dat ik ook veel bij andere trainers ga kijken en met hen praat. Zo ben ik inmiddels al bij clubs als Chelsea en Tottenham Hotspur geweest en heb ik bij Arsenal met Arsène Wenger gesproken. Dat maakt je als trainer alleen maar beter.”

En je raakt niet snel in paniek. Ook niet als je ineens wekenlang geen punten meer pakt…

”Nee, want wat schiet je daar nou mee op? Paniek brengt je nergens. Het enige waar ik me druk om zou maken is de gezondheid van mijn kinderen. Maar toch niet over een club? Dat hoort nu eenmaal bij het voetbal. Dat is natuurlijk ook een kwestie van ervaring. Ik zit inmiddels 34 jaar in het betaalde voetbal. Ik heb veel meegemaakt: gedegradeerd, gepromoveerd,  prijzen gepakt. Dan word je echt niet meer zwetend wakker hoor, als het ineens wat minder gaat.”

Rustiger geworden dus, maar nog even fanatiek als altijd?

”Haha ja, dat klopt. De mensen die mij als voetballer kennen, herkennen mij als trainer niet meer terug. Ik ben nu zelfs tegen het serieuze aan. Al betekent dat niet dat ik niet meer fanatiek ben. Het is zelfs zo erg dat ik om die reden niet meer meedoe met de oud-internationals. Omdat ik te fanatiek ben. Ik ben echt in staat zo’n amateur voor zijn bek te rammen als hij mij een trap geeft. Dat is niet leuk. Daarmee zit je alleen jezelf maar in de weg. Neem van de week. Tijdens een besloten feest hier in het restaurant gingen we met z’n allen tafeltennissen. Man, ik schaam me kapot als ik eraan terugdenk. Omdat het niet ging zoals ik wilde, begon ik als een gek met batjes te gooien. Nee, dan ben ik geen leuk persoon. Maar dat komt omdat ik zo graag wil winnen. Daarom doe ik op trainingen ook nooit mee, puur om mezelf in bescherming te nemen.”