”Het gaat om maar één ding: wereldkampioen worden”
Elke speler droomt ervan: voor je land spelen op een Wereldkampioenschap. Het is dan ook niet voor iedereen weggelegd. Maar zo’n uitverkiezing heeft ook tot gevolg dat je een langere tijd van huis bent. Mochten de prestaties tegen vallen dan kan het avontuur er na drie wedstrijden in de groepfase alweer opzitten. Maar als de prestaties goed zijn, kan het zo maar zijn dat een speler meer dan vijf weken van huis is. En vaak gaat een selectie ter voorbereiding op een eindtoernooi ook nog een periode op trainingskamp. Wij vroegen ons af wat de spelers het meest missen van het thuisfront en of zij überhaupt Nederland missen, we vroegen het Aron Winter en Gregory van der Wiel, ervaringsdeskundigen met beiden meerdere eindtoernooi op hun naam.
Wat mis je het meest aan thuis tijdens zo’n WK?
Aron Winter: ”Als je kinderen hebt dan mis je het meest je gezinnetje. Maar aan de andere kant: je bent topsporter. Je mist niks. Je bent zo gefocust en zo gedreven. Het gaat op dat moment maar om één ding: wereldkampioen worden. Dus alles is daar op afgestemd.”
Gregory van der Wiel: ”Ik denk niet dat je op dat moment veel aan thuis mist. We waren destijds in Zuid-Afrika. Dan sta je op een podium, een WK, waar je al jaren naar toe werkt en een droom is voor iedereen. Dus op dat moment was ik niet bezig met Nederland nee haha.”
Benieuwd wat de selectiespelers tijdens het WK in hun vrije tijd doen? Check hier het fragment uit het interview met Gregory van der Wiel en Aron Winter.
